In het kader van de kandidatuurstelling van dit gebied als Nationaal Park 'Brabantse Wouden' hebben vrijwillige gebiedsdeskundigen en professionele vakexperten de voorbije maanden hun schouders gezet onder het opstellen van een landschapbiografische studie, inclusief een visie op biodiversiteit.
Als voorafname op het masterplan Nationaal Park in opmaak en een publicatie hierrond, bieden we een artikelenreeks aan waarin we enkele elementen uit dit Nationaal Park naar voor brengen en jullie zo op de hoogte houden over de stand van zaken.
In deze vierdelige reeks artikelen kom je meer te weten over wat, hoe en waarom van het kandidaat Nationaal Park Brabantse Wouden in onze regio.
In het eerste deel werpen we een blik op het unieke en rijke erfgoed dat dit gebied rijk is.
Tussen Halle en Bierbeek, in wat ooit een ‘niemandsland’ was en actueel de groene rand rond Brussel vormt, ligt van oudsher een lappendeken aan bossen en wouden. Met drie namen die klinken: het ‘Hallerbos', het 'Zoniënwoud' en het 'Heverleebos en Meerdaalwoud'. Ooit vormden ze één (hét) aaneengesloten groot 'kolen(branders)woud'.
Is het een toeval dat ze net op de grens van het Romeinse ‘civitas Tungrorum’ lagen ? Wat later een belangrijke lijn doorheen het (vroegmiddeleeuwse) Karolingse rijk vormden? En wat de cultuurscheidslijn tussen de Maasromaanse en Schelderomaanse bouwstijl werd, waarvan we sporen tot vandaag terugvinden in het Nationaal Park ? Een grensgebied waar je liever met een boog omheen reed, dan er door ….
Het Meerdaalwoud op de kaart van Ferraris: een uitgestrekt oud bosgebied dat minstens tweeënhalve eeuw oud is.
Bron: Geopunt.
Dat het Nationaal Park veel bos heeft (25% van de oppervlakte) en dat dit ‘oud bos’ is (voor 64% is het bos oud), is voor velen geen geheim. In Vlaanderen wordt ‘oud bos’ doorgaans gedefinieerd als een bos dat tijdens de kartering onder leiding van de graaf Ferraris (ca 1771-1778) reeds bos was en sindsdien onafgebroken bebost bleef (zie kaart). Wat niet betekent dat het tussentijds kortstondig kaalgekapt kan zijn geweest en herbebost. De ‘bosplaatsen’ zijn dus minstens 250 jaar oud.
Maar liefst 1/3de van dat ‘oud bos’ in Vlaanderen ligt in het Nationaal Park Brabantse Wouden. Belangrijker dan deze zeer hoge aandelen is echter dat werkelijk alle omvangrijke Vlaamse oud-boscomplexen binnen het Nationaal Park gelegen zijn: Zoniënwoud, Meerdaalwoud, Heverleebos en Hallerbos. Daarnaast komen binnen de Brabantse Wouden nog tal van kleinere, maar daarom niet minder mooie, oude bossen voor. Om de belangrijkste te noemen: Sint-Agatha-Rodebos, Stokkembos, Margijsbos, Weebergbos, Tersaert, Begijnenbos, Gasthuisbos, Kleetbos, Lembeekbos (in Vlaanderen). Deze bossen sluiten dan nog eens aan in een netwerk met analoge bossen in Wallonië; Bois de la Hocaille, Val Vert, Bois de Laurensart, Grand bois de Bilande, Bois de Limal, Bois de Rixensart.
We mogen dus zonder aarzelen stellen dat ‘ons’ Nationaal Park Brabantse Wouden de meeste en de omvangrijkste oude bossen van Vlaanderen omvat.
Het spreekt voor zich dat deze oude bossen ook massaal veel oude bomen omvatten. Alleen al in de domeinwouden komen meer dan 10.000 woudreuzen voor met een omtrek van meer dan 3 meter. Meerdere bomen zijn meer dan 250 jaar oud en werden nog door de Hertogen geplant. Meer nog, net aan de rand van het Meerdaalwoud, in Hamme-Mille groeit zelfs de oudste boom van België, ca 790 jaar oud (geplant in 1232).
Oude (bos)bodems zijn ecologisch en qua erfgoed uitzonderlijk waardevol. Bomen worden enkele honderden jaren oud, bodems vormen zich over vele duizenden jaren. De bodemvorming, de ouderdom van de bosbodems en de bosgeschiedenis van onze drie grote woudcomplexen zijn de voorbije decennia vrij goed onderzocht.
Werkelijk uniek voor Vlaanderen, voor België en ook voor Europa is dat vooral in het Zoniënwoud (maar ook her en der in bv. Bertembos, Meerdaalwoud en in mindere mate in Hallerbos) ‘oorspronkelijke’ leembodems' voorkomen (zie afbeelding). Deze bodems zijn gevormd onder de laatste ijstijd (meer dan 12 000 jaar geleden) en nooit (!) door de mens aangetast, zelfs niet kortstondig. We kunnen stellen dat de mens sinds de laatste ijstijd, waarin de leem werd afgezet, deze bodems nooit heeft ‘gekeerd’. Nooit is er een ploeg in gegaan of een andere vorm van grondbewerking. Wel werd er op rendieren gejaagd, werden er bessen geplukt, zijn er bomen geveld en werd er houtskool gebrand.
Hierdoor heeft niet enkel het ‘bodemprofiel’ een nog onaangeroerde opbouw, ook de ‘leemduinen’ zijn nog aanwezig. Deze leem werd immers afgezet in stofstormen tijdens de ijstijden (vanuit de droge Noordzee) en vormde daarbij ‘duintjes’ volgens een golvend patroon van maar 60 centimeter hoog. Een miniatuurvorm van de duinen zoals we ze nu nog aan zee of in de Kempen vinden. Een ‘eolisch’ (door de wind opgebouwd) landschap dat 12.000 jaar lang onaangetast bleef. Een getuige van een totaal andere periode en een totaal ander landschap. De toen al aanwezige moderne mens jaagde op de Doggerbanken (nu Noordzee) op mammoet en wolharige neushoorn en kwam af en toe op de toendra langs, bessen verzamelend tussen de leemduinen.
Na de ijstijden ontwikkelde er zich spoedig bos waardoor de originele bodems als het ware “bevroren” werden in het bos dat tot op vandaag onafgebroken aanwezig bleef.
Schoolvoorbeeld van een bosleembodem in het Zoniënwoud die al sinds de ijstijden onaangeroerd is gebleven (bodemtype Abc, Retisol).
Bron: Dondeyne et al. (2015).
Naast het oudste bos, oude bomen en de oudste bodems, kennen we in het Nationaal Park ook oude akkers. In het Meerdaalwoud zijn oude akkerperceelgrenzen ‘bevroren’ in het topografische landschap. Blijkbaar is het Meerdaalwoud na de Keltisch-Romeinse ontginningsfase (voor landbouw) verlaten en nooit meer in gebruik genomen als akker. Het bos verraadt dus een akkerlandschapsstructuur van ca 2.000 jaar geleden. Holle wegen, erosiegeulen en zelfs perceelsgrenzen van een historisch akkerlandschap zijn er nog te herkennen (in het huidige boslandschap).
Er zijn echter ook indicaties van Romeinse percelering en wegenpatronen op de actuele akkerplateaus. Op het plateau van Duisburg komen bijvoorbeeld nog enkele netjes ZW-NO-georiënteerde perceelblokken voor met afmetingen die verwijzen naar de halve Romeinse mijl (de Romeinse mijl meet 1.420 m). Wellicht akkers die al 2.000 jaar lang akker zijn.
Maar dat is niet alles, in het Nationaal Park liggen nog tal van spectaculaire erfgoedsites. De Brabantse Wouden omvatten bijvoorbeeld het oudste monument van Vlaanderen, de Tomme te Ottenburg die meer dan 6.000 jaar oud is (zie afbeelding). Er zijn ‘funerale’ landschappen rond het Hallerbos en in Meerdaalwoud-Heverleebos van meer dan 4.000 jaar oud. Er zijn meerdere leemgroeves en ijzermijnen uit de middeleeuwen bekend. Meerdere dorpen kennen een Keltische oorsprong (>3000 jaar oud) en er zijn vele oude gebouwen aanwezig met onder andere 1.000 jaar oude Romaanse kerken.
De invloed van de Hertogen van Brabant, die in het gebied hun uitvalsbasis hadden met paleizen (Tervuren en later Heverlee) en kastelen (Beersel, …) en van kloosters en abdijen met ontginningshoeven is op tal van plaatsen leesbaar in het landschap. De landschapsbiografie (in opmaak) gaat er dieper op in.
‘De Tomme’ te Ottenburg op het Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II (hillshade): een Middenneolithisch langbed dat beschouwd wordt als het oudste monument van Vlaanderen (!). Bron: Geount.
Bronnenlijst:
Auteurs: Bart Vercoutere. Tekst aangevuld en nagekeken door Stefaan Horemans, Gert Van de Genachte en Jan Horemans.
De Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud zijn één van de kernpartners van het Nationaal Park en konden dit proces enkel lopen met grote hulp van lokale experten. Daarom grote dank aan de lokale Natuurpunt afdelingen, Natuurstudiegroep Dijleland, Heemkundige kring van Tervuren, Hallensia, Herisem-molen, Vrienden van Abdij van het Park, de Beijerij, het Glazendorp, Heemkundige kring van Kortenberg, Vrienden van kapel van Steenbergen, Leuvens Historisch Genootschap en grote dank aan diensten leefmilieu en erfgoed van de Provincie Vlaams Brabant.
Infocentrum VHM
Waversebaan 66 (1ste verd.)
3001 Heverlee
Tel: 016/23.05.58
Ondernemingsnummer: BE0410963957
RPR Leuven