Meerdaalwoud is een Vlaams domeinbos, gelegen in de provincie Vlaams-Brabant, op het grondgebied van de deelgemeenten Bierbeek, Haasrode, Blanden, Vaalbeek, Oud-Heverlee, Sint-Joris-Weert. Een klein gedeelte aan de zuidkant ligt in de Waalse deelgemeenten Nethen en Hamme-Mille.
Het is 1.351 ha groot en vormt samen met Heverleebos en Egenhovenbos een complex van in totaal meer dan 2.000 hectare groot. Het behoorde samen met Heverleebos, Egenhovenbos en andere bossen in de ruime omgeving tot een groter geheel van beboste terreinen, het zogenaamde Kolenwoud.
Samen met het Heverleebos en het er tussenin gelegen Steenbergveld, inclusief een deel van het vroegere munitiedepot, biedt dit gebied een uitgesproken mogelijkheid om het op een multifunctionele wijze te beheren.
Het beheer van het bos is in handen van het Agentschap voor Natuur en Bos (Vlaamse Overheid).
Sinds 2000 zijn er daartoe een hele reeks initiatieven genomen om o.a. ecologie, recreatie en houtexploitatie op een harmonische manier te laten samengaan.
Het bosreservaat Meerdaalwoud ligt verspreid over zeven locaties en omvat ongeveer 8 % van de oppervlakte.
Er is een grote verscheidenheid in reliëf, fauna en flora. Kenmerkend zijn er de in hoge mate gave bosranden en de uitgesproken diversiteit in bosbestanden.
De hoogte boven de zeespiegel schommelt tussen 35 m (Paddenpoel) en 102 m (Tomberg). De ondergrond wordt gevormd door tertiaire afzettingen (Tongeriaan, Lediaan en Brusseliaan) bedekt met een leemlaag van eolische oorsprong (löss). Op de hoogste punten spoelde de löss weg en dagzomen de tertiaire lagen. Meerdaalwoud behoort tot de zand-leemstreek.
De meest voorkomende boomsoorten zijn beuk (31%), zomereik (25%) grove den (24%), en Amerikaanse eik (3,5%). Op de lösslaag komen vooral eikenbossen voor, op de hellingen beukenbestanden. De zandgronden en lemige zandgronden werden beplant met naaldhout en dat al sinds 1740. De dreven werden in 1840 beplant met bruine beuken. Meer dan de helft van de bestaande dreven is ouder dan 100 jaar.
De geschiedenis van Meerdaalwoud is nauw verbonden met die van het Heverleebos. In het begin van de twaalfde eeuw werd het bos beheerd door de Heren van Heverlee die leenmannen waren van de Heren van Bierbeek. In de vijftiende eeuw kwam het Heverleebos en het Meerdaalwoud in handen van het huis van Croy. Door het huwelijk van Anne de Croy met Karel van Arenberg in 1618 kwamen de bossen in het bezit van de hertogen van Arenberg. Dit bleef zo tot 1918.Na de Eerste Wereldoorlog werden alle bezittingen van de Duitse familie door de Belgische staat gesekwesteerd. Het boscomplex raakte versnipperd door de aanleg van de Naamsesteenweg in 1754 en de aanleg van de autoweg Brussel-Luik (E40) vanaf 1969. De aanleg van deze snelweg was de aanleiding om nog dat zelfde jaar Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud vzw op te richten. Mede dankzij de vereniging werd het grootste deel van Heverleebos en Meerdaalwoud als landschap beschermd bij koninklijk besluit van 13 september 1971.
De eerste sporen van de mens in het Meerdaalwoud dateren uit het Neolithicum (van ongeveer 5000 jaar tot 2000 jaar voor Christus onder vorm van silex voorwerpen (omheiningen Tomberg, Warande en Schutselberg). Uit de Bronstijd (200o tot 800 jaar voor Christus) en het Ijzertijdperk ( 800 jaar tot 12 jaar voor Christus) dateren o.m. grafheuvels (tumuli) en uit het Romeinse tijdperk (12 jaar voor Christus tot 450 jaar na Christus) grafheuvels en dubbele grafheuvels, sporen van woningen, diverse voorwerpen en wat men veronderstelt een onderdeel van een heirbaan te zijn, de zogenaamde ‘Oude Thiense weg’ of ‘Tiense Grubbe’. Ontginningsplaatsen van bv houtskool, ijzer, zand en steen dateren uit de Middeleeuwen terwijl talrijke ravijnachtige structuren en holle wegen het gevolg zijn van menselijke activiteit.
Meer info over de geschiedenis van het Meerdaalwoud en Heverleebos vind je in het boek 'Miradal. Erfgoed in Heverleebos en Meerdaalwoud' (2009, Davidsfonds/Leuven).
Het boek is te koop in ons infocentrum.
In het Meerdaalwoud en Heverleebos zijn enkele van de eerste bosreservaten van Vlaanderen aanwezig. Een grote diversiteit aan beheervormen in deze bosreservaten wordt ingezet om de typische natuurwaarden te behouden. Van open bossen met heide tot veenbossen op valleibodem, allen zijn ze opgenomen in de bosreservaten in beide bosgebieden. Meestal is toch het eindbeheer, 'niets doen', maar dienen inleidende ingrepen te gebeuren om een aantal 'fouten' uit het verleden weg te nemen (bv. exotenaanplant).
Niet enkel de bosstructuur en de bomen waren een reden voor het instellen van deze bosreservaten, ook de aanwezigheid van vogels (bv. middelste bonte specht,…) of insecten (kleine ijsvogelvlinder, rosse sprinkhaan,..), planten (witte brunel,…) en zwammen (parelamaniet, beukenrussula,…) droegen bij tot de hoge en te beschermen natuurwaarden van de gebieden.
In Heverleebos is ‘De Grote Omheining (32 ha) het enige bosreservaat. Meerdaalwoud telt 7 bosreservaten: Everzwijnbad (27 ha), Drie Eiken (7 ha), Grote Konijnenpijp (25 ha), Pruikenmakers (39 ha), Veldkant van de Renissart (19 ha), Mommedel (25 ha) en Heide (32 ha). Tussen Heverleebos en Meerdaalwoud, ten zuiden van de vijvers van het Zoet Water, bevindt zich het bosreservaat van de Klein Moerassen (10,5 ha) en ten westen ervan, aansluitend bij de Doode Bemde, de Putten van de Ijzerenweg (4,5 ha).
In het jaarbulletin van 1999 vind je een beschrijving van deze gebieden en kan je soortenlijsten van de gebieden vinden.
Het boek is te koop in het infocentrum.
Infocentrum VHM
Waversebaan 66 (1ste verd.)
3001 Heverlee
Tel: 016/23.05.58
Ondernemingsnummer: BE0410963957
RPR Leuven